God.
De bijbelse
traditie heeft voor God twee hoofdnamen: JHWH
en Elohiem.
De naam Elohiem is een meer algemene naam, de godheid, de hoogste. Je komt die naam tegen in Genesis 1. Het is de God van het scheppingsverhaal. Deze naam is ahw een beetje meer reflexief, abstract. De hogere.
De naam Elohiem word afgekort als El. Denk aan Gabriel,
Rafael, Daniel, Immanuel. Elohiem is de onpartijdige, verhevene, de
absolute monarch, de allerhoogste
JHWH is een typische naam. Dat zie je al aan de klinkers
die ontbreken. JHWH is de bijzondere naam voor God in de Joodse tradtie. Hij
wordt niet uitgesproken. Waarom niet? Daar zit een redenering achter.
Natuurlijk weet de gelovige wie God is, maar meer dan hij/zij dat weet, weet
hij/zij dat niet.
God blijft een geheim.
(De niet uit te spreken naam wordt geschreven in vier letters. Daarom zegt
men ook wel: het tetragram. Tettares afgekort tetra is grieks.
Het betekent vier. Gram van het greekse grafein, strepen. Een gram
is op een fijne schaal één streepje. (Denk ook aan je gram halen
en op je strepen staan. Het tetragram, de naam in vier letters.)
Als
de naam JHWH niet uitgesproken wordt, wat zegt men dan?
Dat hangt van de situatie af.
Tijdens
de liturgie zegt men, wanneer er in de tekst JHWH staat: Adonaj, de Heer.
In de katholieke kerk kennen we dat ook. De Heer zei met U, bijvoorbeeld.
Tijdens het studeren zegt men: de Naam.
Wij kennen dat ook. Denk aan Uw naam worde geheiligd. Moge God geheiligd
(zie beneden) worden.
De Naam wordt afgekort met Je, Ja of Jo. Denk aan Eli-ja, Jo-channan,
Je-Hosjoea, Channan-ja (=Annanias). Obadjah,
Jeremia, Jesjaja.
We vinden JHWH in het tweede scheppingsverhaal. Daar komen we God te en in een verhaal dat weet dat er regen nodig is om iets te laten groeien, en werk van mensenhanden. In de regel wordt deze naam in verband gebracht met "het verbond" op de berg Sinai.
Door de naam van God niet uit te spreken scheppen we afstand.
We doen alsof God niet vanzelfsprekend toegankelijk of beschikbaar is, alsof
hij niet een deel van mijn wereld (met de nadruk op mijn.
De afstand die ontstaat door de Naam maakt zichtbaar wat onttrokken is aan onze beschikbaarheid.
Met betrekking tot de godsnamen leren Joodse leraren: bij het oordeel heeft God het recht om te oordelen als de hoogste rechter
als de God van de Schepping. Hij mag meten met de maat van het recht. Maar God zal dan, zo leren zij, van zijn rechterstoel
afkomen en meten met de maat van de
betrokkenheid/ ontferming, als de God van het verbond. Hij zal oordelen
alsof het Hem zelf aangaat. Zie daartoe eventueel Mattheüs 18,
23-35. Let daarbij vooral op het verschil tussen v. 27 en v.34. Dat verschil
wordt veroorzaakt door 28-30.