Matteus-Passion

Matthäuspassion van Johann Sebastian Bach

Een inleiding in delen door Jan Engelen
Hogeschool IPABO, Amsterdam/Alkmaar

Eventuele voetnoten lees je pas wanneer je de tweede op derde keer leest.
Een werkvertaling van de griekse tekst van Mattheüs met veel korte opmerkingen vind je elders op deze site.

1. Het verhaal en het verhalen
De oorspronkelijke wijze van omgaan met de bijbel is niet “lezen”.
Tot begin vorige eeuw kunnen de meeste mensen niet lezen. Er wordt voorgelezen, uit een tekst of uit het hoofd. Voorlezen is een kunst. Je moet er voor geschoold zijn. Wil je lezen wat er staat, wil je goed lezen, dan zul je toch een beetje moeten weten wat er staat, hoe het er staat, eventueel waarom het er zo staat en waar het om draait.

De meeste mensen kennen eeuwenlang de bijbel alleen als het voorgelezen boek, of het boek waaruit voorgelezen wordt. Het verhaal is het voorgelezen dan wel vertelde verhaal. Geloven heeft te maken met “iets nieuws” in de zin van “wat hoor ik nou?” of "hoor ik goed?" Meer dan het overschatte denken - wat dat ook moge zijn, - is geloven een kwestie van horen. Je gelooft om te beginnen niet met je verstand (als resultaat van heel diep nadenken). Je gelooft meer met je oren, of met iets waar je “al van gehoord” hebt, iets dat is "blijven hangen".

De kerk was (en is eigenlijk) de voorlees- en luisterplaats bij uitstek. Het vertelde verhaal of de vertelde verhalen worden uitgelegd, uit de doeken gedaan en aangereikt in alle bescheidenheid tijdens de preek, gevierd in de muurschilderingen en de muziek. De verhalen geven de taal van de woorden waarin wij bijeen horen, samen schuilen of scholen. Dank zij die verhalen weet je dat het beter kan, anders kan.
Het verhaalde en uitgelegde woord wordt gevierd als het woord van God, als het lichaam en bloed van de Messias die met zijn leerlingen Pesach, wij zeggen meestal “Pasen" viert in het gebaar en de taal van brood en wijn.

Dit alles gebeurde en gebeurt nog steeds[1].
Op een of andere wijze staat het voorlezen centraal. Al het andere, de gebeden, liederen en verkondiging, zijn daaromheen gegroepeerd. Gebeden en liederen vertolken het  horen[2], het zich bezinnen van en het verwerken door de gemeenschap in daden die bij geven om elkaar horen.

Het lijdensverhaal is een groot verhaal. Het vertelt over het laatste avondmaal – een paasmaaltijd – over de nacht in de hof van Olijven, de arrestatie, het schijnproces, enz. De kerk stelt dit verhaal centraal in de zogenoemde Goede Week. Het lijdensverhaal volgens Mattheüs wordt in de katholieke kerken gelezen op palmzondag, de zondag voor Pasen, het begin van de Goede of Lijdensweek.

Wanneer het precies begonnen is weet men niet, maar het is al een oude gewoonte. Al in de 4e eeuw leest men op Palmzondag het lijdensverhaal volgens Mattheus. Documenten die teruggaan tot de 14e en 10e eeuw vermelden de gewoonte, het lijdensverhaal te laten voorlezen door 3 lezers. Zij heten E, C en S.

E is de Evangelist. Deze, meestal een heldere stem, leest de verhalende gedeelte.
C is de Christusrol. Deze lezer, meestal een donkere stem, leest alles wat Jezus zegt.
S is de afkorting voor Synagoge, bedoeld wordt alle anderen, de gemeenschap die samen (syn) gekomen (agoo) is.

 

2. De toonzetting van Johann Sebastiaan Bach
In de Matthäuspassion zet Bach zich in voor deze kerkelijke gewoonte. Hij neemt de vorm en de wijze van uitvoering over en voorziet het hele verhaal van eenvoudige muziek.
In de Luterse Kerk wordt ten tijde van Bach Het lijdensverhaal van Mattheus gelezen op Goede Vrijdag. Het geheel wordt onderbroken door de preek.
De bijbelteksten in de Matthäus Passion zijn meestal recitatieven, eenvoudig gedeclameerde teksten met accenten, eenstemmig. De Evangelist wordt begeleid door een basso continuo (klavecimbel of orgeltje, en een cello); de Christuspartij wordt steeds mede gedragen door violen.

Bach onderbreekt het verhaal van Mattheus over het lijden van Jezus regelmatig. Hij wil de gemeenschap de gelegenheid bieden, in het grote verhaal over het lijden binnen te komen. Hij schrijft meer meditatieve muziek op eenvoudige teksten. Zij maken identificatie mogelijk. Ze brengen rust of bezinning in het verhaal of geven commentaar op het verhaalde. Dat zijn om te beginnen de recitatieven. Bijna zonder versieringen wordt op toonhoogte gedeclameerd. Zij vormen een inleiding op meer muzikaal uitgewerkte liederen met kleurrijke muziek. Dat zijn de Aria’s. Tenslotte zijn er de liederen waarin de gemeenschap reageert op het gebeuren, de Koralen.

Bach schrijft een rijk geschakeerd muziekwerk. Hij heeft de toon gezet voor een geloofsgemeenschap die door het verhaal over de laatste dagen van Jezus deel neemt aan de vele rollen in dit verhaal, om aldus een gemeenschap te vormen rond zijn lijden. Het verhaal richt zich dan ook op jou. De muziek neemt je mee het verhaal in.
In afwachting van Pasen.
Zie daartoe eventueel het Slotkoor, het laatste deel van de Matthäus Passion
het geheel, de delen en de eerste indruk.

 ©Jan Engelen
Herten 220204/170205

home

Meer, veel meer, vind je bijvoorbeeld: http://de.wikipedia.org/wiki/Johann_Sebastian_Bach


[1] In elke katholieke of orthodoxe kerkdienst gebeurt dit. Na de "Dienst van het Woord" volgt de "Dienst van de Tafel". De Protestantse Kerkdienst ziet in de  regel voldoende brood in de Dienst van het Woord alleen. Achter dit verschil gaat het einde van de Middeleeuwen en het begin van de Renaissance of Nieuwe tijd schuil. Argumentatie, uitoefening van al dan niet geaccepteerde rolverdelingen en kerkelijke praktijken spelen daarin mee. Maar daar hoeven we hier nu niet op in te gaan.

[2] Paulus, de apostel van en voor de volkeren (niet-Joden), schrijft in de brief aan de christenen van Rome: het geloven is uit het horen en het horen is door het woord van de Messias. (Rom 10,17 Eventueel: denk aan hoe Abraham onderwerp wordt in Gen 12-22.)

 

Wil je kennismaken met dit werk? Voor nog geen zes euro heeft Brilliant (het huismerk van Kruidvat) een uitvoering in een cassette van 3 CD's, met complete tekst.

zie ook: www.mattheuspassion.nl