| Matthäus-Passion
van Johann Sebastian Bach 4.
Het laatste Avondmaal en Gethsemane Jan
Engelen, Hogeschool IPABO, Amsterdam/Alkmaar Een geheel nieuwe scène, alsof het voorafgaande zich
nauwelijks heeft afgespeeld. Het feest van de ongezuurde broden. De evangelist zingt over de leerlingen die Jezus vragen waar het paasmaal bereid moet worden. Hobo's spelen twee groepen van zes noten alsof het trompetten zijn. Toch iets van Pasen, van uittocht of bevrijding? Waar wil je dat we het paasmaal bereiden? Het antwoord is bij Mt raadselachtig: "Zeg tegen wie je in de stad tegenkomt: de meester zegt: bij jou wil ik mijn Pasen vieren. Bij jou – is ieder aangesproken?
Aan tafel vertelt Jezus wat er zal gebeuren. Een van jullie zal mij overleveren. Elf stemmen vragen: ben ik het, Heer? Volgens Bach weet Judas het al, Judas of wie voor Judas speelt. Want de beide Koren zingen: Ik ben het. Ik moet boeten. De tekst is apocalyptisch realistisch. Maar misschien mag ook aan de taal van vissers worden gedacht: netten boeten is netten herstellen. Het woord boeten kan ook een meer evaluerende betekenis hebben.
Die met mij de handen in
de schaal doopt. Ieder van de twaalf doet
dat. Ieder van hen eet met hem. Maar Judas is de enige die Jezus
Rabbi noemt.
Brood en wijn worden in deze maaltijd tekenen van het koningschap Gods dat komt. Sober vertolkt de muziek het de tekst over het bloed dat vergoten wordt.
Een recitatief en aria van de Sopraan sluiten dit spreekgedeelte af. Brood en wijn
zijn er teken van, dat het onderwerp van het verhaal het goede wil
voor zijn leerlingen. Dit typeert de hoofdgedachte van de Aria.
Ik wil jou mijn hart geven en ik zal verstillen in de genezing en het helen dat
jij mij geeft. Zo kinderlijk en toegewijd als een Sopraan bij Bach kan zijn. Jij
bent mij mehr als Welt und Himmel. Na de lofzang verlaat het gezelschap de plaats voor Gethsemane, een tuin met een olijfpers. Let op het omhoog gaan van de bas bij het beklimmen van de heuvel. Let ook op het geslagen worden van de herder. Alle treurigheid die gebeuren zal – de herder geslagen,
de schapen verstrooid – na de opstanding zal hij de
leerlingen voorgaan naar Galilea. Alsof er
hierna nog iets kan gebeuren! Volgens het onderwerp van het verhaal
is dat zo. Blijkbaar hebben de verhalen vanouds hem als kind van zijn
traditie anders geleerd dan wij zouden denken.
Eer de haan kraait. Drie keer geeft Bach muziek voor die haan. Je kunt het horen. Petrus zal geen ergernis nemen aan wat er ook gebeurt. Hij zal Jezus niet ontkennen. Hij blijkt dat namens allen te zeggen. De beide Koren sluiten daar op aan. Bach blijkt dit Koraal later te hebben toegevoegd. Het kan een reden zijn om te vragen, wat de (toegevoegde) tekst naar voren brengt. In de tuin laat Jezus de leerlingen achter. Petrus
en de twee zonen van Zebedeüs gaan verder mee. De tweestrijd van Jezus
in alle eenzaamheid beschrijft Mattheüs in drie momenten. Intussen slapen de leerlingen. Judas nadert met een grote menigte. We horen hem weer Rabbi zeggen. Sopraan en alt constateren verbijsterd dat Jezus gevangen genomen is. De maan verduistert. Het Koor roept hem met rust te laten. Verbluft zien we hoe hij weggevoerd wordt. Vivace noteert Bach hier boven de noten voor: Sind Blitze sind Donner.
Al het geweld van de natuur kan niet ingrijpen om het gebeurde ongedaan te maken. Iemand
probeert nog iets met een zwaard. Jezus wil zo niet gediend
zijn. Steek je zwaard op zijn plaats, met de bekende argumentatie, wie
het zwaard neemt zal door het zwaard omkomen. Na deze woorden hoor je een
drietal noten die beweging suggeren.
|