| Matthäuspassion
van Johann Sebastian
Bach Mt
26,1-16 Motto en de eerste scene (Bethanië Jan
Engelen, Hogeschool IPABO, Amsterdam/Alkmaar Het openingskoor zet de toehoorders in het perspectief van het naderende einde. De “dochters van Jerusalem” doen je denken aan: “Vrouwen, huilt niet over mij maar huilt over jezelf en je kinderen”. De tekst komt uit Lukas (23,28). Het openingslied eindigt met het Woord Lamm. De evangelist begint zijn verhaal. De
rol van de Evangelist in de Matthäus-Passion wordt gezongen door een tenor. Een
accoord, dan de stem. Geen begeleiding nog. Over
twee dagen is het Pasen. Dat is het feest van vrijheid en bevrijding. In schril
contrast daarmee staat dat de
mensenzoon overgeleverd wordt en gekruisigd.
Dat kan toch niet, dat rijmt toch niet op elkaar? Daarom het eerste choral:
herzliebster Jesu, was hast du
verbrochen, daß man ein solch hart Urteil hat
gesprochen. De schuldvraag zal regelmatig terugkomen.
Vlak voor de afsluiting zal unsre Sünde ingevuld worden. Wie het evangelie leest en anderen
de schuld geeft heeft het volgens Mattheus en volgens Bach niet begrepen. Zo eenvoudig
is dat. De rol van Christus wordt vertolkt door een bas. Strijkers begeleiden de partij. Let op de noten boven gekreuziget. Het woord wordt neergezet op de grond. De melodie gaat omhoog en weer naar beneden, nog een toon dieper. In die zeven noten op Kreuz is alles gezien. Daarna eindigt de stem hoog als in een klacht. Wat je ook denkt of voelt; Da versammleten sich. De vergadering komt bijeen. Hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten van het volk komen bijeen. Het is een vreemd moment om er aan te herinneren, maar voor Mattheus is het geen toeval. Deze vergadering is voor de eerste en laatste keer bijeen geweest toen de wijzen uit het Oosten achter de ster aan in Jerusalem kwamen (mt 2). Zij hebben toen in Jerusalem de boeken open gemaakt en teksten over Bethlehem geciteerd. Bach heeft alleen oudsten toegevoegd. De muzikale invulling volgt de hiërarchische lijn. De hogepriesters halen de A. De schriftgeleerde komt een trapje lager uit: G. De oudsten van het volk hebben ook een A, maar een octaaf onder de hogepriesters. Deze hoge vergadering – er kan toch maar een hogepriester zijn! Het klopt niet in Jerusalem! Wat gebeurt er? – wil Jezus grijpen. Als je hem wilt pakken kan dat alleen maar met een list. Wat Herodes niet lukte willen zij uitvoeren. De beide koren vertolken de stemming onder deze hoge vergadering. Tegenover
dit beraamde geweld, - merkwaardige invulling van de vrijheid en bevrijding waar
Pasen op zint, - komt een geheel ander tafereel. De evangelist vertelt.
Het is jammer dat de Luther-vertaling overleveren bij Judas invult als verraden. Bach onderstreept dit met extra noten: het springt uit de tekst. Judas wordt zo tot de enige gemaakt. Mattheüs isoleert Judas in ieder geval niet. Judas bij Mattheus wordt niet à titre personelle opgevoerd. Hij heet steeds een van de twaalf. Judas vertrekt vanuit de boosheid van de leerlingen. De verbijstering over het gebeuren hoor je in de klanken van de evangelist bij Gelegenheit en verriete. Blute nur, du liebes Herz! – een Sopraan aria, een da capo aria.
De eerste twee regels geven de kern van de zaak. Wanneer het hele lied
uit is worden zij herhaald. Wie wil kan in de muziek de slang voelen
kruipen. Is het de moeder van Judas met wie het lied medelijden heeft?
Is het Jerusalem? In ieder geval: met bloedend hart wordt het gebeuren
bezongen. Blute nur ... De Sopraan begint met b-cis. De basbegeleiding
neemt dezelfde b op de eerste halve tel van de maat om haar dan nog
even een octaaf lager vast te houden, drie heer een halve tel en een
hele tel. Hetzelfde speelt zich ook af aan het einde van het eerste
zanggedeelte op Herz.
commentaar op de tekst van mattheus
|